Na verloop van tijd kunnen er nieuwe mogelijkheden zijn om bepaalde risico’s tegen een geringere kostprijs op te lossen. Vermits in de welzijnswet is vermeld dat de machineveiligheid moet evolueren met de technologische vooruitgang, kunnen bepaalde (rest) risico’s heden niet meer aanvaard worden. Dit betekent dat (CE) machines moeten worden aangepast om blijvend te voldoen aan de richtlijn arbeidsmiddelen. Deze modificaties moeten dan weer voldoen aan de eisen van de machinerichtlijn.
Bij het al dan niet invoeren van extra veiligheidsvoorzieningen kan de fabrikant zich laten leiden door economische motieven. De machine zal nog X – aantal jaren in bedrijf worden gesteld en dit betekent een jaarlijkse kost van Y euro als de extra veiligheidsvoorziening aan de machine zou aangebracht worden.
Hierbij moet je wel opletten dat de rechter zijn motieven ook kan baseren op het tijdstip dat deze veiligheidsvoorziening kon geplaatst worden en het tijdstip dat dit arbeidsongeval heeft plaatsgevonden. Door ieder jaar de levensduur van de machine op te trekken, kan dit eveneens leiden tot een niet conformiteit van de machine niettegenstaande het was uitgerekend dat de extra veiligheidsvoorziening te duur zou zijn.
Naast het economisch motief kan de rechter zich eveneens leiden naar de ernst van het ongeval. Hierbij geen harde uitspraken, echter is het bovenstaande een mooi denkkader waar binnen gewerkt moet worden.